Pagina's

donderdag 10 november 2011

Perspectief deel 8 van 12

Vandaag deel 8 van Perspectief. Wil je meer weten over het hoe of wat van deze online vervolgserie? Klik dan HIER en een korte uitleg volgt. Veel leesplezier!


Het zal sessie zestien zijn geweest op paaisloot A. Ik ben al gestart met voeren op sloot B, maar eerst moet ik deze nog even afromen. De sjeu is er wel af. De meeste vissen die ik nu vang zijn laag in de twintig en de wat dikkere dubbel ik. Tijd voor wat nieuws, geen gepruil nu, het was leuk hier. Maar er moet geramd worden. Immers, iedere keer wanneer je een vis terugzet begin je weer opnieuw met blanken. Het is een vicieuze cirkel. Echt heel lekker om in te zitten zolang je weet dat je er uit kan breken, maar bij mij was die wetenschap geheel onwerkelijk. En daar was John! John kwam in de vorm van een naar griepje, een kutkoutje in de volksmond. Met 39 nog wat graden vissen, een rauwe poeper van de diarree en tranende oogjes van ellende doorvissen lukt wel een paar dagen, maar Johns adem is langer. Voor het eerst in een half jaar eet ik een mandarijn. Voor het eerst sinds drie weken eet ik weer aardappels, een brok vlees en een bak sla. En, tering, wat is dat lekker!

Het kutgriepje is van korte duur maar klaarblijkelijk voor mij voldoende excuus om mijn sociale contacten aan te halen. Iedereen wil weten of ik nog wat vang. Ik wil het er niet over hebben. Lekker eten, wijntje erbij, lachen en grollen over zaken die geen enkele inhoud verder hebben. Ik geniet met volle teugen en eet gewoon weer een mandarijn. Ik overweeg weer te gaan sporten, iets met rennen of zo. Maar het water lonkt, trekt en sleurt en dan gaat de telefoon. Het is mijn sloot B maatje. Het loopt. John kan de pleuris krijgen, ik ga vissen.

Sloot B maatje heeft een boot. Een dikke sloep die van alle gemakken is voorzien. Maar de beste feature is nog wel het maatje. Hij is net zo dwaas als ik, zet zijn toekomst (hoewel die net als de mijne in een urn zal eindigen) op het spel om een vis te vangen. Op sloot B haken we bij elkaar aan. Hij was wel eens komen buurten op sloot A en ik op de zijne, maar dat is anders. Sloot B doen we samen. Als die klaar is dan taaien we af naar onze eigen sloten C. Zijn boot biedt perspectieven maar is tegelijk beperkend. Immers, heb je zo’n ding voorhanden, dan ga je ‘m gebruiken ook. En dan niet voor twee uurtjes. Het is verleidelijk om iedere keer met die schuit op pad te gaan, maar gelukkig doe ik ook nog mijn eigen ding en vis af en toe vanaf de kant. Uiteindelijk vangen we zelfs de dikste vis vanaf de kant, een grappig detail.

Die boot heeft nog een ander nadeel. Het is geen kouwe stalen sloep met kneppelharde bankjes. Nee, het is voorzien van een voorschip met bedden, muziek, televisie, koelkast, kookstel en een Senseo-achtig ding. Deze keer dus geen korte avondsessies met zakjes cashewnootjes en een sixpack RedBull. Nee, gewoon lekker koken, Chardonnay erbij, uitbuiken met een Latte en een kersenbonbon. John past echt niet op deze boot. We vangen schubs maar vooral oude spiegels tot halverwege de dertig. Dat zijn voor ons supervissen, maar mijn werk lijdt er onder.

Ik zit nu bijna iedere dag half te slapen achter mijn bureau. De eerste 3 werkdagen van de week, die trek ik nog wel, maar donderdag en vrijdag ben ik echt stuk. Ik heb een deal met de huismeester gemaakt. Ik zal wat minder zeuren tegen hem, af en toe een oogje dicht knijpen als hij de kantjes er weer eens van af loopt. Als tegenprestatie mijdt hij zijn eigen werkplaats op donderdag en vrijdag tussen 11 en 13 uur. Dan klap ik de stretcher uit die daar staat en verdien slapend mijn geld. Het is niet goed, het is wellicht fout, laten we het wijten aan overmacht.

De drie weken dat sloot B duurt weet ik te overleven. Ik vang als topvis een onwaarschijnlijk mooie rijen, het is bepaald niet de zwaarste, maar ik ben helemaal ondersteboven als ik deze vis op de mat zie. Zo oud, zo mooi, alleen een echte visser kan dat begrijpen. We zijn er allebei stil van en de schub van 18 kilo, die even in de zak moest, is opeens niet meer belangrijk. Hier doen we het voor. Ik moet nu gaan kiezen. Een moeilijke keuze zal het worden.

Sloot C is een lastige. Niet qua het vangen van een vis, meer wat betreft het feit dat het twee verschillende wateren betreft die zo’n 15 kilometer uit elkaar liggen. Voordeel van beide ‘slootjes’ is wel het feit dat voeren eigenlijk onzin is. De vis zit er toch wel. Maar ja, zoals het een brave karperborst betaamt, is enige inzet van tevoren wel vereist, om het goede gevoel na een succesvolle dril van een gulden randje te voorzien. Sloot C-1 is op spuugafstand van mijn huis. Maximaal mogelijk te vangen is 25kg+, enkele (bijna-)dertigers op een avond is niet ondenkbaar. Sloot C-2 is van een heel ander kaliber. De vissen zijn mooier en het vissen is slimmer en lijkt meer op jagen. Het gemiddelde gewicht ligt wat lager, de topvis hikt tegen de 22 kilo aan, maar daar staat tegenover dat deze amper gevangen is. En het drillen dan, op sloot C-1 best lastig, op C-2 gewoon hogere drilkunde. Nog nooit verspeelde ik een vis op C-2 en daar ben ik ontzettend trots op, gezien de zooi onder water. Het wordt weer als eerdere jaren, combineren, plannen en harken. Beide wateren zijn de haas, het moet maar zo zijn.

2 opmerkingen:

  1. pffff dat zijn toch niet de keuzes?
    Hierzo, heb net bepaald dat elke dag 48 uur heeft daarom kan alles uitvoerig bevist worden!
    tjakka, zigen op een ritalin en rammen die sloten!!!
    multiple choice: a,b of c!

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Sjit wat 'n leven. Vissen vanaf een luxe jacht met diner, drank en kersenbonbons... geen wonder dat je matras niet slijt. Tering, zo'n leven lust ik ook wel.

    BeantwoordenVerwijderen