Pagina's

maandag 7 november 2011

Perspectief deel 5 van 12

Vandaag deel 5 van Perspectief. Wil je meer weten over het hoe of wat van deze online vervolgserie? Klik dan HIER en een korte uitleg volgt. Veel leesplezier!


9.
Drie dagen lang lig ik te ontgiften. Het was een goed feest. Liters groene icetea moeten mijn verkrampte lever, die spastisch en pijnlijk ligt te kronkelen in mijn onderlijf, tot bedaren brengen. En al die tijd kan ik maar aan één ding denken. John. Wat doet hij nou? En belangrijker nog, gaat mij dit ook overkomen? Zal één vis niet genoeg zijn? Zal ik dan nooit tussen de gullers en de makrelers op die pier zitten met mijn vismeelballen? Ben ik dan gedoemd om nooit een tent te kopen en nooit het gras van het Zwarte Pad om te ploegen met mijn banksticks? Zal ik dan echt nooit het genoegen mogen proeven om een karper zonder gezicht te vangen? Zal ik dan denken dat ik Josefientje kan bevredigen? Dat nooit! Het blijft een hoer.

Met knikkende knieën baan ik mij een weg door de bramen. Ik ken ieder gat maar doe geen moeite om ze te ontwijken, mijn enkels zwikken en zullen vanavond wel zwellen. Het boeit niet. Verderop glimt er iets en ik weet dat het John is. Ik wil alles weten maar eigenlijk niet, ik ben bang mijn eigen toekomst te gaan horen. Ik had nu zo fijn aan de Amstel kunnen zitten, een prachtige spiegel kunnen vangen. Maar nee, ik moet naar John.

10.
Het is prachtig weer en zijn pluutje ligt achter zijn stoel. Hij kijkt niet om als ik nader maar hij weet donders goed dat ik er bijna ben. Ik wil alles van hem weten maar vraag hem niets. In plaats daarvan draai ik zijn emmer om en ga zitten. Een pakkie Drum verwisselt tijdelijk van eigenaar en zwijgend roken we, terwijl Josefien voor ons danst. Twee uur later en zonder woorden verdwijn ik weer. Woorden waren niet nodig om te begrijpen hoe de vlag er voor staat. Ik ben blij en droevig tegelijkertijd. John is terug, ik ben niet meer alleen! En ik zal echt wel eerder die vis vangen deze keer, daar ben ik niet bang voor, dat doet er feitelijk niet eens toe. Maar als John mijn toekomst is, dan heb ik een veel groter probleem. Ik recht mijn rug en terwijl ik zwikkend naar mijn auto strompel, neem ik het moeilijkste besluit dat ik ooit als visser moest nemen. Ik ben John niet.

11.
Er drijft een bellyboat boven mijn linker-rig. Daarin zit een klein mannetje met een petje, zonnebril en minihengeltje. Hij vangt niets, welkom in maison Josefien! Hij doet in mijn ogen wel enorm zijn best. Centimeter voor centimeter kamt hij de bodem af met zijn shadje, continu loerend op zijn dieptemeter. Zo goed heb ik nooit gepeild, deze man moet ik spreken. Ik ruim snel op en spoed mij naar de plek waarvan ik vermoed dat hij zo dadelijk zal ‘landen’. Het wordt een geanimeerd gesprek.

2 opmerkingen:

  1. Dat kleine mannetje is zeker het onechte bastaard kind van John en Josefien, gedrilt in de roes van 'n franse afterparty.

    BeantwoordenVerwijderen