Met twee hengels doodazen is niet ideaal. Althans niet als je een rustig dagje voor ogen hebt. Als het stroomt en/of waait en zeker als er een hoop obstakels zijn, dan is het vissen met slechts één hengel vaak veel rielekster. Daarentegen maak je met twee hengels meer kans, zeker als je in korte tijd een plek probeert uit te kammen. Zoals nu dus het geval is bij het project ‘4-voet-GROEN'. Hieronder een stukje tekst dat verhaalt over plotselinge adrenalinekicks en het weg-ebben daarvan. Welnu, het klinkt ingewikkeld maar lees even door, dan wordt het wel duidelijk.
Als ik vis met twee floats dan leg ik die natuurlijk niet
naast elkaar. Ik ga er vanuit dat een snoek in helder water mijn aasvis wel van
een meter of 5 afstand moet kunnen waarnemen. De dobbers liggen dus minimaal 10
meter uit elkaar, en dan vaak eentje links en eentje rechts. Nooit eentje
dichtbij en eentje wat verder, dat is niet handig, als het stroomt of zo, dan
raken de lijnen steevast in elkaar verward. Links, rechts, links, rechts. Als
een toeschouwer bij een tenniswedstrijd, links, rechts, links, rechts. Niet
heel ontspannend duidelijk… Maar dan!
Soms kijk ik wel eens wat te lang naar één bepaalde
dobber, gewoon omdat ik iets verwacht of zo. Omdat-ie juist op dat moment langs
een boot drift of onder een overhangende tak langs. Kijk ik dan terug naar die
andere dobber dan gebeurt het geregeld dat ik ‘m niet kan vinden! Bam,
adrenalinekick! In 95% van de gevallen ligt die dobber dan gewoon op de
scheidingslijn tussen donker en licht, of is gewoon zo ver afgedreven naar een
plek waar ik ‘m nog niet verwacht. En als ik ‘m dan weer zie dan ebt de
adrenaline weer weg. Dit overkomt mij zeker drie keer per sessie. Het vreet
echt energie, maar het is ook wel weer lekker. Maar het kan ook andersom…
Juist die 5% dat de dobber wel onder is gegaan terwijl ik
naar de andere stond te kijken, maakt het dat ik mezelf die 95% dat er niks is
gebeurd, vergeef. Maar stom genoeg gebeurt er dan vaak het volgende: Ik heb te
lang naar rechts gekeken, dat weet ik wel maar ik verwachtte iets. Duidelijk ‘wishfull
thinking’, ik kijk terug naar links en kan niet direct mijn float ontdekken.
Geen adrenalinekick, ik weet immers wel dat-ie waarschijnlijk tegen de kant is
gedrift of zo. Dan check ik de lijn die over het water loopt en zich tegen de stroming
in verplaatst. Ik heb de aanbeet gemist, dat is jammer, dat vind ik misschien
wel het mooiste van dat hele doodazen…
Maar ja, aanslaan en hangen, de rest is geschiedenis.
Wel adrenaline als ik de dobber niet meteen zie, geen
adrenaline als er wel degelijk een vis de voorn heeft gegrepen. Ik heb er echt
op gelet, het is onverklaarbaar wat mij betreft. Een soort van geïnverteerde
watersense? Raar!
Drievoeter van afgelopen maandag... Van groot water! :)
he rolf,
BeantwoordenVerwijderenniet raar hoor de aanbeet is bij dobbervissen het belangrijkste moment;het wegduiken van die dobber en daarna de lijn volgen is de grootste kick bij het dobberen!
bij doodaaskarperen is de fluiter het belangrijkst alleen mis je die nooit(geeft je alleen een hartverknettering als je in slaap ligt te sukkelen!)
een dobbervis vangen zonder dat je de aanbeet ziet is dus niet af;er mist wat.
groet,Patrick
@Patrick: Tja, de aanbeet missen is altijd jammer, maar ja, liever mis ik de aanbeet dan dat ik helemaal geen aanbeet krijg... ;)
BeantwoordenVerwijderenweer lekker bezig geweest.
BeantwoordenVerwijderenmaar die bovenste foto(banner)...wtf is dat? ik zie hem niet in je verslag of bij boustails.
maar enniehou weer goed gevist en ervaringen opgedaan met en koude neus.
Sergei
Hoi Sergei, dat is mijn zwaarste snoek ooit, ik ga 'm niet plaatsen, gewoon omdat ik er geen zin in heb... Lekker toch, wil je de foto wel mailen maar weet niet waarheen... :) Mail mij anders op rolfbouman@gmail.com de rest gaat vanzelf...
BeantwoordenVerwijderen