Ik moet eerlijk bekennen dat iedere keer zes uur in mijn
waadpak in het water zitten, mij niet in de kouwe kleren gaat zitten. Om de
klaagzang compleet te maken; dat voeren is ook teveel gedoe! Fietsen, rijden en
lopen zijn oké maar dat suffe waden wordt na een dag of tien doodvermoeiend.
Tijd voor een nieuwe plek!
De nieuwe stek hoeft eigenlijk qua comfort maar aan twee
dingen te voldoen: ik wil niet zichtbaar zijn en ik heb even geen zin meer om
te waden. Tenminste, ik wil kunnen voeren en ingooien vanaf de kant. Mocht ik
tijdens een dril het water in moeten dan doe ik dat natuurlijk gewoon. Enfin,
na een dagje neuzen vind ik twee plekken. De eerste is bijna te mooi om waar te
wezen, maar het is zo gruwelijk ver lopen en onbegaanbaar dat ik ‘m nog even
links laten liggen. De andere plek is redelijk eenvoudig te bereiken, makkelijk
te bevoeren en helemaal uit het zicht. Als ik na wat peilwerk ook nog een
prachtige bult tegen kom, is het besluit snel genomen.
Ik wil zo snel mogelijk weten of hier überhaupt karper
langskomt en dus voer ik drie dagen stevig ter voorbereiding van een nacht
vissen. Alweer een nacht? Ja, alweer een nacht. Ik word nog eens een ‘echte’
visser. Anyway, zo komt het dat ik na toch weer veel te veel slepen, mijn
plekkie bereik en het onderkomen voor de nacht in orde breng. Hengel één gaat
op de bult, de andere smijt ik er naast. De bulthengel levert alras twee windes
op. Grote bakken van zeker 60 cm, toffe vissen maar geen sport op een
tweedriekwarter.
Schubbejak met potentie...
Sander komt even buurten en heeft een zak met lauw bier
mee genomen. Dat smaakt prima na acht bakken oploskoffie! Tegen middernacht
taait hij af en ik ben alleen. Ik laat de laatste blikken voor wat ze zijn en
besluit mijn lendenen rust te gunnen. Dat lukt prima tot een uur of 2, dan is
het ‘game-on’ op de ‘naast-de-bult-stok’. Alles gaat van een leien dakje, een
mooie schub van een kilo of acht is de haas. Ik kan de slaap niet vatten en zet
maar weer een bakkie pleur. Als ik om 3 uur de zak dan toch maar weer dicht
rits, kan ik ‘m meteen weer open doen. Dezelfde hengel staat te bonken in de
steunen. Behoorlijk gaar dril ik de vis, voor het net denk ik met een dertiger
te maken te hebben, wat een lang apparaat!
Op twee centimeter na een metervis, maar waar is die buik dan?
Ik zak de vis en leg opnieuw in. Ik ben er wel weer klaar
mee, twee vissen is genoeg. Ik wil slapen! En dat wordt me gegund tot een uur
of 7. De windes zijn wakker geworden en een tritsje verhapt zich in mijn gemene
haakjes. Als ik klaar ben met de foto’s van de vissen, krijg ik een belletje
van Tsak, mijn Chinese vriend. Of ik honger heb? Dat heb ik wel! Een uur later
staat hij voor mijn neus met een uitgebreid ontbijt! Wat een topgoser!
Als hij weer weg is, ga ik bramen plukken. Dat betekent iets
anders, maar dat weten de insiders wel. Ik lig nu wel erg hard te chillen en
ben wel weer klaar voor een derde vis. Maar de Zoete Zee beslist anders. Dat is
niet erg, ik ben tevreden en om 12.00 uur ben ik thuis. Heerlijk riekend naar
vis en een beuker rijker!
die buik? in je waadpak???
BeantwoordenVerwijderenlekker naggie toch.....en gezien het weer wordt het beter.....of kan dat niet!!
Mooie vissen gap! Enne was ff gezellig op de koffie bij je op kantoor ;)
BeantwoordenVerwijderen