Pagina's

zaterdag 16 mei 2020

Dé Karperwereld 90 - Alles op een rijtje...


De discussie laait iedere keer weer hevig op als er een rijenkarper online wordt gezet. Zoveel mensen, zoveel meningen. Halve rijen, dubbele rijen, kwart rijen, ‘perfecte’ rijen, benamingen die zowat dagelijks over het internet zwerven om een typisch ogende spiegelkarper te omschrijven. Boeiende lectuur maar allemaal weinig interessant. Ik categoriseer ‘mijn’ vissen tegenwoordig in ‘mooi’ en ‘niezo mooi’, dat was vroeger wel anders!


We schrijven 1983. Na de vangst van twee reuzebrasems van 45 cm en een donkergroene vis met rode ogen en ronde vinnen, besluit ik dat het de hoogste tijd is voor een echte penhengel. Een oude man wist mij te vertellen dat er in het water waar ik vis ook karper zwemt, dat had hij zelf gezien. Henk Peeters zelve helpt mij, ik ben 16 en mijn portemonneetje brandt in mijn achterzak. Voor achterlijk veel geld koop ik een 3.90 meter Casting Corner 1.5 lbs penhengel. Kreten als ‘boron’, ‘kevlar’ en ‘levenslange garantie’ trekken mij al na drie minuten over de streep. Trots als een pauw laat ik de hengel aan mijn eerste echte vriendinnetje zien, zij is bepaald niet dom en overziet direct de consequenties, een week later is het uit. Nog meer vistijd!

Zelfs de vliegen zitten op een rijtje!
Laat die karpers maar komen! Ik vis drie avonden in de week van 22.00 uur tot een uur of drie in de ochtend. Mijn grote liefde voor verborgen plekjes achter bosjes zal toen ontstaan zijn. Op welke avond het precies gebeurde weet ik niet meer maar hoe het ging staat in mijn geheugen gebeiteld. Het is inmiddels zo rond de klok van tweeën en ik vermaak me met het tam maken van de lokale rat. We zijn inmiddels dikke vrienden en de helft van mijn blikje mais verdwijnt in zijn donzig buikje. Vanuit mijn ooghoek zie ik het breekstaafje op mijn dobber een stukje zakken. Het duurt en het duurt. Ik voel direct aan mijn water dat dit geen brasem is. Misschien een zeelt? Ik ben er inmiddels achter hoe die roodoog vissen heten. Niks van dat alles! Als na een eeuwigheid, zo voelt het tenminste, de pen langzaam wegloopt, sla ik aan. Wat er dan gebeurt zal ik nooit meer vergeten!

Schubben op z’n kant!

Je moet je voorstellen dat ik in die tijd een brasem al een vechter vond. De vis die nu mijn top naar beneden beukt is echter van een geheel andere orde. Minutenlang sta ik verbijsterd en met twee handen mijn hengel vast te houden. Het is de eerste keer dat ik de slip hoor ‘tikken’, iets waar mij wel eens over verteld was bij Peeters maar wat ik nog niet eerder aan den lijve had mogen ervaren. De dril duurt drie kwartier, wat er dan voor de kant ligt heb ik nog nooit gezien! Ik meet de vis, 75 cm! Bijna een meter dus, met mijn Albatros-wegertje kom ik tot 12 pond, dat moet welhaast de grootste vis van Amsterdam zijn! Met de stiekem geleende camera van mijn moeder en mijn Union als statief, maak ik trillend foto’s, dit moet ik aan iedereen laten zien! Zo’n karper kent niemand, is nog nooit gevangen, is uniek. Om 5.00 uur draaf ik het huis binnen en schudt mijn ouders met nog beslijmde handen wakker; ‘PA, MA! Ik heb een vis, een karper gevangen! Met allemaal schubben op z’n kant!’

Jaagkarper

Ik mag het rolletje in de camera doordraaien, mijn moeder begrijpt er niets van maar ze ziet dat ik blij en opgewonden ben. De week die het duurt voordat ik de foto’s kan ophalen, is de langste in mijn leven. Natuurlijk laat ik de foto’s eerst aan paps en mams zien, maar ik ben vooral reuze nieuwsgierig naar de mening van mijn helden aan de Prins Hendrikkade (Peeters). Ik word niet teleurgesteld; schouderklopjes, felicitaties en bewonderende blikken zijn mijn deel. Ik hoor erbij, ik ben nu echt een man, een visser! De ‘local heroes’ leggen mij haarfijn uit wat ik precies gevangen heb; ‘een rijenkarper jongen, een heuse rijenkarper, die zijn heel bijzonder!’ Ik ontplof van trots! Volgens de heren is een rijenkarper een bijzondere karper omdat juist deze ‘ondersoort’ zich vooral voedt met kleine visjes terwijl normale karpers voornamelijk brood en aardappels eten… Ik slik alles voor zoete koek en vertel dit allemaal ongegeneerd door aan mijn vrienden en andere vissers. Een rijenkarper is een jaagkarper!

Een vis uit 2009, ik vind het een rijen...
We maken een sprongetje van dertig jaar. Ik weet inmiddels wel beter, een rijenkarper is gewoon een spiegel met een tritsje schubben op z’n zijlijn. Als de mogelijkheid zich voordoet zal die vis echt wel een jong visje naar binnen proberen te zuigen maar dat doet een ‘doordeweekse’ schub ook. Ik geloof overigens oprecht dat die wijze visheren mij niet bewust iets op de mouw aan het spelden waren. Ze waren er gewoon heilig van overtuigd; een rijenkarper jaagt op visbroed! Mooi!

Hij neemt het visstokje over!
Anno 2013 is een rijenkarper nog steeds een mooie vis maar het unieke is er wel een beetje af. Vorig jaar leek ik wel een abonnement te hebben op die dingen. Zowat op ieder water waar ik hengelde kwam er wel zo’n beestje boven, en allemaal uit de 2001 lichting, het jaar dat de AHV de beschikking kreeg over een grote partij rijenkarpers en die mooi verdeelde over de diverse Mokumse waterpartijen. Er was er zelfs eentje die mij leek te achtervolgen! Ving ik ‘m eerst op een groot en breed stuk boezemwater, twee weken later lag-ie weer in het net maar dan twee kilometer verderop. De derde keer was-ie weer teruggekeerd en had-ie voor de gezelligheid z’n vriendje meegenomen. En zo lagen daar opeens twee rijenkarpers op de mat!

Het 'rommelige' rijtje dat mij in 2012 achtervolgde...

Megavet!

Zelfs mijn bloedeigen zoontje, die papa graag vergezelt als hij in de stad gaat hengelen, ving in 2012 zo’n apparaat. Ik flipte hier wel een beetje van want ik zag mijzelf eventjes terug. Weliswaar was ik 16 en is hij nog maar 8, toch had hij direct in de gaten dat er iets bijzonders aan de hand was. Papa vangt wel vaker een vis en is dan meestal best wel blij, maar nu stond papa te flippen. Tja, dan is er wel iets speciaals gebeurd! Ik leg hem uit dat een rijenkarper eigenlijk nooit boilies eet, dat ze liever vis eten, dat dit dus megavet en vooral ook supercool is! Zijn ponem barst zowat van de trots, prachtig. Op z’n achttiende verjaardag zal ik hem de waarheid vertellen maar eigenlijk hoop ik dat hij er zelf achter komt. Want dat betekent dan dat hij het visstokje heeft overgenomen, dat zou ik stiekem heel erg leuk vinden. Belangrijker is echter dat hij gelukkig wordt, met of zonder hengel en dat-ie de boel een beetje op een rijtje houdt.

Vriend Gerard met de mooiste uit 2012 uit een Amsterdamse gracht!

2020 toevoeging...

Na de publicatie van dit artikel in 2015 ving ik opeens veel rijenkarpers. In 2017 ving ik mijn rijen-PR en twee weken geleden mocht ik diezelfde vis scheppen voor mijn vismaat. Dit is die vis, ooit hoop ik een nog grotere te vangen, maar eigenlijk ben ik al tevreden....

Mijn rijen PR!


1 opmerking: